Infasie

De Amerikaanse dichter William Meredith (1919-2007) werd getroffen door een zwaar herseninfarct dat hem het vermogen ontnam om de gewenste woorden te vormen. Hij moest maandenlang revalideren en zijn baan opgeven. Toch won hij daarna de National Book Award voor zijn bundel ‘Effort at Speech’. In 2008 werd er een film over Meredith en zijn partner Harteis gemaakt, gebaseerd op het gelijknamige memoires van Harteis, ‘Marathon’.
In de ontroerende Amerikaanse speelfilm van 2014 getiteld ‘Still Alice‘ vertolkt Julianne Moore een hoogleraar linguïstiek met afasie veroorzaakt door vroege Alzheimer.

Voor mensen die hun leven hebben opgetrokken uit woorden moet dit, zo vermoed ik, een catastrofale ervaring zijn. Ik stel me voor dat ze zich naakt voelen zonder hun eigen lijf waar te kunnen nemen. Als een schim zou ik mezelf omschrijven, wanneer ik de woorden in het hart van mijn moedertaal voel sterven, een schim en schaduwboxer opgesloten in oneindig verdriet, tragisch verdriet dat hij met zijn gestamel enkel zal versterken.

Voor deze en andere columns worstel ik ook met woorden en word ik getergd door een gevoel van onzekerheid. De observatie dat zo’n worsteling hoort bij het produceren van adequate, verzorgde taal is in 2018 naar ik hoop nog steeds een gemeenplaats. En de vrees dat deze manier van zinnen formuleren door de vluchtige twittercultuur wordt ondermijnd, lijkt me alleszins gerechtvaardigd.

het gevaar van infasie is dat we elkaar altoos napraten en daarbij evolutionair voortschreiden in de richting van de meest napraatbare taal.

Om deze column aan u op te dringen heb ik zojuist het clickbait-neologisme infasie bedacht. Het betekent dat we onze woorden onzorgvuldig kiezen en maling hebben aan de heldere en welonderscheiden begrippen die zo belangrijk waren volgens de grote Descartes en de hedendaagse filosoof Bert Keizer. Infasie houdt in dat ons kritisch vermogen om te formuleren wordt overrompeld door holle frasen. Holle frasen functioneren perfect als vehikels van Ophef en sensatie, maar castreren en passant het intellect.

Simpel gezegd: het gevaar van infasie is dat we elkaar altoos napraten en daarbij evolutionair voortschreiden in de richting van de meest napraatbare taal. Het gegeven dat zulke frasen en begrippen het denken saboteren nemen we voor lief.

Ik heb voor mezelf een eenvoudig spelletje bedacht dat ons vermogen om op ‘schwere Wörter’ te komen verbetert. Het is heel eenvoudig: zeg het telefoonalfabet op maar verzin bij iedere letter een zo zeldzaam mogelijk woord. Ataraxie, bruxisme, cryogeen, doxycycline, erratisch, filigraan

Probeer het eens uit – je wordt er lijp en lenig van. En moeilijke woorden kunnen ervoor zorgen dat we een moment lang de pas inhouden en ons bewust worden van het leger gemeenplaatsen dat zichzelf steeds door onze monden uitdrukt. En alles wat onze geest even tot stilstand brengt is ook een medicijn tegen infasie.

Flattr this!

Infasie werd oorspronkelijk gepubliceerd op komrijm.creativechoice.org

Márquez

Blik, de triomf vermorgend, de schering in je kruin
krab de duurstem af en zing, ontstemde nacht
egaal, zing, dans de losse veren gracieus
in magistrale, mistrale wervelingen, zwerf
over de doorstormde toendra zodra je afgevaald
taalt naar de herstelling van Macombo,
werk mee tegen de hemelrot

Dek je erin, je nek gestrekt, de wereld een tinteling
een zenuwgrap, een intermezzo, een amuse bouche
voor de bonenschotel, een lachsalvo voor het vuurpeloton
de horizontale moesson die ons blijft onttorenen
groengrage verlossers ontkloppen aan de geest van het woud
die zich onttoornt in de diepzee van de luchten, waar vogels
zweven, onbeholpen aan een tijdelijke orde,
door water dat licht is geworden.

Zo staat het met de dingen: red de tekenis, de wevingen in de ondergroei,
het roodvinkig stippend gevolgte, ogel in de vruchtbare bodem de stront, teer op
tekenis, veer op en blijf, verstuw je naasten, rupsbandbalorig
in ‘t vooroorlogse log het woud in, vlog vooroorlogs like a mad dog en
verzwerf je vergetelheden in goed gezelschap, bretel je broekige aanschijn tot
op grote hoogte, billijk altijd vlam en worteling uit onwezende voortijden.

Dit is een kladversie van een gedicht uit een serie, dus stevige kritiek is meer dan welkom!

Márquez werd oorspronkelijk gepubliceerd op komrijm.creativechoice.org

Gedichtendaggedicht

we laten vandaag gewoon magie opstijgen uit de kieren
tussen alle tegels; gebruiken voor alles wat er gebeurt
louter gepensioneerde of pasgeboren woorden

de rest duwen we dan weer terug de trap op;
boven, waar het volhangt met geleuterde eloquëntie
worden ze opgewacht en met een boterlach geneuterd

wij willen nog slechts hun bezorger zijn,
pendelen tussen ambitie en de onderwereld
waar hun weduwen volharden aan de pilaren

Gedichtendaggedicht werd oorspronkelijk gepubliceerd op komrijm.creativechoice.org

god bestaat niet, maar wat doen we dan met de dood?

leven gelijkt allengs verlediging, we slaan
aan ‘t bidden tegen een lege en ongewassen troon
onze echo’s dreunen op koude tegels en we gaan
door ijzige nachten op zoek naar ons verdiende loon

Flattr this!

god bestaat niet, maar wat doen we dan met de dood? werd oorspronkelijk gepubliceerd op komrijm.creativechoice.org

Het echte leven

Toen ik een week geleden op Schiphol arriveerde na een lange vlucht van vier films, bekroop me een gevoel van milde nostalgie en opgewonden herkenning. Ik hoorde weer mijn moedertaal; ik zou met nagenoeg alle mensen in de aankomsthal een gesprek kunnen aanknopen en genieten van die heerlijke illusie dat de subtiele kwinkslagen die ik in mijn zinnen poog in te bouwen, worden begrepen. Overal heerst hier de taal, en tot op zekere hoogte ook nog altijd de cultuur, van mijn jeugd. Ik loop door een anonieme woonwijk naar het huis van een lieve kennis. Voortuintjes met kliko’s, zindelijke geveltjes, achter de open gordijntjes vrolijke mensen die op lelijke bankstellen turen naar televisies.

Ik ben terug in Nederland om een nieuw neefje in mijn armen te sluiten. Het kereltje werd een jaar geleden geboren toen ik in den vreemde was, zoals we het verre Zuid-Korea hier gemakshalve aanduiden. Aangezien ik ‘bewust leef’ (FvD-vertaling: milieufascist en ecofundamentalist ben) had ik de redenen om naar Nederland te reizen nog even opgespaard voordat ik mijn retourvlucht Seoul-Amsterdam boekte.

Naast het in levende lijve ontmoeten van mijn virtuele klandizie met het oog op consolidatie van de basisinkomsten, is daar het koffiedrinken met facebookvrienden om te ontdekken of ze ‘in het echte leven’ net zo zijn als online. Het korte antwoord luidt: ja. Na een aantal ontmoetingen heb ik daar genoeg anekdotisch bewijs voor verzameld en omdat het gewoon leuk is ga ik er de komende weken gezellig mee door. Misschien gebeurt er nog iets spannends met ophef en suspense en heb ik mijn vijftien minuten roem op de radio.

Tot dusverre zagen de gezichten er precies zo uit als op de profielfoto. Maar waar dat gezicht op staat is een leuke verrassing: ik ontmoette een boom van een kerel waar ik een klein ventje had verwacht . Datzelfde geldt voor accent, gezondheid, de manier van lopen en dergelijke zaken meer. Verder zijn er persoonlijke achtergronden en verhalen waar je online liever niet naar vraagt. Mensen zijn dus nooit exact zo als ze overkomen (en ikzelf zeker niet) maar de nieuwe IRL-informatie kan heel snel worden geïntegreerd in het reeds bestaande beeld van een persoon, waarvan de essentie tenslotte al bekend was.

Wat die essentie betreft: zijn dat niet dingen die je bij uitstek op social media deelt? Ik kijk naar politieke overtuiging, humor, empathie, temperament, betrouwbaarheid. Na een aantal maanden virtuele kroeggesprekken weet je dat soort dingen. Er zijn beslist nog meer aspecten, maar ik heb op het moment van de neerschrift dezes een episode van mentale weekheid die me verhindert de lijst nu uit te breiden en van een kritische kanttekening te voorzien.

Over die mentale weekheid en hoe die aanvoelt wil ik volgende week meer schrijven, hopelijk niet van binnenuit.

Het echte leven werd oorspronkelijk gepubliceerd op komrijm.creativechoice.org

Te veel herinneringen

Het is mij de afgelopen donkere periode bewust geworden dat ik teveel herinneringen heb. Nu geloof ik niet dat ons geheugen een spoelbak met een vlotter is, die niet boven de maximummarkering kan worden gevuld zonder dat er lekkages optreden. In theorie, zo spreken hersenwetenschappers plechtig, kunnen we oneindig veel herinneringen ‘opslaan’ in onze grijze cellen. Waar komt het gevoel dan vandaan dat het er teveel zijn, en dat nog wel voordat de eerste helft statistisch gezien goed en wel voorbij is?

Zich herinneren is een activiteit die energie vereist. Het zou dus bevorderlijk moeten zijn voor mijn overlevingskansen, anders was het in de evolutionaire aanloop naar mijn bescheiden bestaan wel uitgesorteerd. Ik pieker dus, naast het dagelijkse terugdenken aan reizen, jeugdscènes, erotisch en culinair genot, ook nog over nut en nadeel van herinneren. Get me out of here!

Daniel Kahneman, nobelprijswinnaar en bedenker van behavioral economics, onderscheidt het ervarende zelf en het herinnerende zelf. Hij verzint gedachte-experimenten zoals dit, waarbij je op vakantie gaat en naderhand wordt je geheugen samen met al je vakantiefoto’s gewist. De vraag is of je nog steeds voor dezelfde bestemming kiest. Zo niet, dan is er een conflict tussen je ervarende en herinnerende zelf. Ik ken het gevoel, quasi bewust aan een herinnering te werken, vooral wanneer ik iets met mijn dochter onderneem. Ik ben er namelijk van doordrongen dat ze niet eeuwig een draagbare kleuter zal zijn. Er zijn herinneringen die ik zo bewust heb gecreëerd en de tijd dat ik aan het terugdenken besteed is veel groter dan de gebeurtenis zelf (het gaat om een boottochtje van een kwartier of een lunch op een bergtop). Kahneman zelf geeft in deze TED-talk voorbeelden van de tegengestelde situatie, waarbij we in verhouding veel minder tijd besteden aan het terugroepen van de herinnering (een vakantie van twee weken, slechts een paar uur foto’s kijken).

Mijn excuses voor het gebrek aan structuur van deze tekst. Dat verkoop ik hier dan maar als moedig je zwakke punt tonen, niet proberen te verhullen dat ik weinig te zeggen heb. Heerlijk dat dat op een eigen blog allemaal kan, zo bevrijdend. Met die herinneringen ging het me trouwens om die momenten dat je achter je laptop zit, of op de badkamer, of waar dan ook, en er blijven zich fragmenten aan je opdringen van autoritten, oude vrienden, films, feestjes, wandelingen, steden, restaurants, ruzies, tentamens. Om die vermoeiende stroom te stoppen ben ik met meditatie begonnen. Lopen of stilzitten, diep ademen en de geest steeds terugroepen naar de ademervaring. Hoewel het uiteindelijk zal falen, lijkt het te werken, ik heb enigszins controle over de herinneringen.

Het is fijn om het antwoord niet te hoeven geven, dat je geen idee mag hebben of te vermoeid mag zijn om de literatuur door te nemen. Dat we de prestatiedwang mogen negeren en heerlijk halfzacht mogen zijn. Dat we mogen falen.

Te veel herinneringen werd oorspronkelijk gepubliceerd op komrijm.creativechoice.org

Framing

Afgelopen donderdag was mijn dochtertje Miru voor de vijfde keer jarig. Wij vierden dat met een copieus middagmaal in een stijlvol Salad & Grill restaurant waar we ons tegoed deden aan het riante buffet van pizza, gorgonzolapasta, mosselen, geroosterde eend, potato wedges, grapefruitsalade, chocoladefondue, en een keur aan dranken. Het décor bestond uit popmuziekhelden en hun gesigneerde gitaren, kostuums en gouden platen, gehuld in een sfeerverlichting die zorgde voor een bijna authentiek cachet. We haalden dierbare herinneringen op aan het leven van ons kindje zoals de eerste keer dat ze zich omdraaide of hoe ze een kinderzitje volkotste.

Zelf had ze op dat moment andere verplichtingen en vierde ze haar verjaardag elders. Ze heeft tot laat in de middag ieder contact met ons vermeden. Ze is er stilzwijgend vanuit gegaan dat wij de financiële lasten met betrekking tot de aanschaf van een verjaardagstaart alsmede diverse erkentelijkheden op ons zouden nemen, hoewel dit nooit juridisch is vastgelegd.

Framing, lieve vrienden en vriendinnen die heelhuids het nieuwe jaar zijn binnengewandeld, is in onze pluriforme gallocratie, een niet te overschatten fenomeen.

‘s Lands toekomstige knuffelalgerijn Boef framede vriendelijke meisjes die de schoft een lift gaven, geheel volgens de aartsconservatieve wandenkbeelden van vader en grootvader Boef als ‘kech’ (hoeren). Hem valt op dit moment de toorn van Alex zijn ‘gewone Nederlanders’ alsmede de roomblanke (of: witte) glimlach van de Joop-redactiekamer te deel. Camiel naambesmeurder Eurlings framede de grove mishandeling van zijn ex-vriendin als een ‘handgemeen’, iets wat in het verlengde ligt van een corrigerende tik of een joviale klap op het schouderblad. Politici als Petzold framen ongeneneerde corruptie als keurige relatiegeschenken. De Iraanse protesters worden geframed als nuttige idioten van de CIA, die het na 39 jaar zo zoetjesaan tijd vindt om een pro-Westers regime te installeren.

Wat in mijn bovenstaande relaas de wrede schijn van kindonvriendelijkheid wekt en een bureau jeugdzorg in opperste staat van paraatheid doet overwegen, stappen zou zetten om ons uit het ouderlijk gezag te ontzetten, heeft in werkelijkheid een hele normale verklaring. Miru vierde haar verjaardag gezellig op de kleuterschool. De andere kindjes hadden alleaal cadeautjes meegebracht, die ze om vijf uur, nadat ik haar had afgehaald, in ons knusse huisje kwam openmaken. Een viertal klasgenootjes hadden uitdrukking verleend aan hun genegenheid middels een tandenborstel, zodat ze zich nu onbezwaard door haar halve jeugd heen kan poetsen. Er was ook een magnetisch tekenbord, kleurplaten, roze bestek. Ik zou willen dat ik vijf werd, al is het maar omdat op die leeftijd nog niet alles draait om framen en geframed worden.

Flattr this!

Framing werd oorspronkelijk gepubliceerd op komrijm.creativechoice.org

Gelukt! De wereld bestaat nog in 2018!

De eerste column van het nieuwe jaar is altijd een beetje een feestje. Just kidding. Ik schrijf deze vluchtige woorden laat op de avond in Seoul, vanuit een heilig plichtsbesef tegenover mijn Nederlandse lezers. De onderwerpkeuze verloopt zo stroef als de vastgeroeste schroef van een oude sloep. Oudjaar was voor mij zonder Freek, zonder Youp, zonder oliebollen, geen kiloknallers (ik bedoel vuurwerk) en santekraam. Koud, bijna nuchter, een kalme omhelzing met mijn geliefde vrouwspersonen.

De Iraanse protesten die nu een paar dagen aan de gang zijn, zouden kunnen fungeren als hoopvolle opmaat voor het nieuwe jaar, zeker voor iemand die in 1979, het jaar van de Iraanse Revolutie, werd geboren. Het pro-religieuze regime, op naïeve wijze bijgestaan door een behoofddoekte Anne Fleur Dekker, werd uitgedaagd door dappere dames die schoon genoeg hebben van de misogyne mores in hun moederland. We kunnen speculeren over de consequenties van een progessief seculier Iran voor de regio, en de reactie van Trump en Israël; misschien dat na zeven magere jaren van Arabische Lente nu zeven vette jaren zullen aanbreken?

Maar laat ik mij beperken. Ik ben nooit in Iran geweest (het staat wel op mijn verlanglijstje) dus waarom zou ik mezelf een mening aanmeten die verder gaat dan “Vrouwenrechten! Yes!” Het werkt bevrijdend als je van jezelf mag toegeven dat je ergens de ballen verstand van hebt en er om die reden niet over wilt meepraten. Voor columnisten is dit bovendien geen doodssteek, want zij strijken een keer glimlachend door hun haar en maken er een meta-verhaal van, een melodrama van verraad in de mediawereld, een farce van fake news.

Want gezanik over de media zelf is trending. Zelfs tot in Korea reikte de discussie over Voetbal International’s homograpjes en of je adverteerders mocht proberen te overtuigen dat ze dat niet moeten ondersteunen. Monddood en brodeloos, zouden de heren worden volgens een grofgebekte dame die men in zo’n studio had uitgenodigd. Nee, je mocht marktwerking in de media niet een handje helpen door adverteerders te herinneren aan de (goede) smaak van de meerderheid. Het zou ook een onderwerp kunnen zijn om het jaar mee te beginnen. Ik zou de hoop kunnen uitspreken dat respect terugkeert voor gedegen journalistiek en onafhankelijke publieke media.

https://platform.twitter.com/widgets.js

Voor 2018: lieve mensen, wees bescheiden. Leg de lat hoog voor jezelf en dans er vervolgens vrolijk onderdoor. Ik blijf stukjes en gedichten schrijven, want dat is het enige métier waarvan het nog niet volledig tot mij is doordrongen dat mij het talent ervoor ontbeert. Het schrijven zorgt altijd weer voor plezier en efemeer geluk, zelfs wanneer m’n vermoeide geest is doordrongen van het bittere feit dat dit het geluksgevoel van de lezer nauwelijks zal aanwakkeren.

Voor 2018: ga of blijf gezond eten! Stop met roken! Doe gekke, eenmalige dingen! Lach tegen de spiegel! Het nieuwe millennium is volwassen.

Gelukt! De wereld bestaat nog in 2018! werd oorspronkelijk gepubliceerd op komrijm.creativechoice.org