Lijden voor de kunst

Luistert u ook eens naar dit artiestenlied van de dichter Martijn Benders

Elke kwelling is een gunst, want je moet lijden voor de kunst.

Flattr this!

Lijden voor de kunst werd oorspronkelijk gepubliceerd op komrijm.creativechoice.org

De Loempia van Gerrit Komrij

Gaap & Tuur. Makelaars in de literatuur.

Flanellen Pyjama

Gaap! Weet je nog dat we omtrent een jaar geleden samen bij de schrijver Gerrit Komrij en zijn man Charles Hofman op bezoek waren, in hun geheimzinnige kasteel in Noord-Portugal? Inmiddels is onze lieve suikeroom al weer bijna net zo lang dood, Afgelopen 30 maart hadden we met veel Wein, Mann und Gesang zijn verjaardag moeten vieren maar hij is er niet meer en ik mis hem vreselijk. Tijdens dat bezoek goten Gerrit en Charles ons onschuldige knapen vol met drank met als gevolg dat ik samen met jou in een ouderwets ledikant op de vierde verdieping belandde en dat was nou ook weer niet de bedoeling.

Midden in de nacht stond je op en riep: ‘Hou godverdomme nou toch es op met dat snurken en knarsetanden gast’.
Even later stond een zeer ongeruste mijnheer Gerrit voor onze deur, in pyjama en ochtendjas, en vroeg met zijn karakteristieke stem of…

View original post 330 woorden meer

Recensie: Na het paringsritueel van Willem Thies

Na het paringsritueel opent met een pagina waarop staat ‘Leefden wij als de dieren’. Een paar bladzijdes verderop staat het titelgedicht.

Maar na het paringsritueel / gingen lezer en schrijver huiswaarts, ieder, terwijl de reptielen / op het droge kropen.

De aan land kruipende reptielen staan hier voor de menswording en de mytische scheiding van man en vrouw, die hier herhaald wordt in de scheiding tussen schrijver en lezer. De mens noemt hij “een parodie op het dier”. “Leefden wij als de dieren, / wij hadden een doel en seizoen.”

Laat ons radicaal
lichamelijk zijn.

Over het eigen lichaam:

zonder dit lichaam van mij, te ruim
en vijandig, dit lichaam dat mij belaagt.

Elders in de bundel staat::

mijn litteken is mijn sieraad.¹

We komen in deze bundel echter ook een waanzinnig mooie vrouw tegen; de dichter beschrijft haar als ‘van vogels gemaakt’ of als ‘witgenagelde hyacint’. Er is een pagina waarop staat ‘Iedereen weet dat zij waanzinnig is’ en na die pagina komen een aantal gedichten die ik erotisch zou willen noemen. Het lichamelijke is dus niet alleen vijandig maar ook de grootste troost, onze beste kans om ‘doel en seizoen’ te krijgen, om onszelf niet te verteren in eindeloze reflecties.

Maar de bundel is meer dan een ode aan de dierlijkheid en onze bekomernissen met het lichamelijke sinds we meer dan alleen dieren zijn. In de gedichten ‘veiligheidskooi’ gaat het over de futiele pogingen om onszelf te beschermen. Hier is Thies ook grappig:

Een technicus van de Volkswagenfabriek in het Duitse Kassel
is in een veiligheidskooi gedood door een robot. De robot raakte
hem in de borststreek en drukte hem tegen een metalen plaat.
Het contract van de robot is beëindigd.

Er is ook een ready-made procesverbaal in de bundel opgenomen. Dat vermeld ik er even bij.

De struggle met de lichamelijkheid leidt enigszins voorspelbaar tot de metaforiek van de eigenlijkheid. In het titelgedicht komt schmink voor, en ergens in de bundel spoelt een actrice bloed van haar gezicht om terug te keren tot haar ware zelf. De vraag naar de eigenlijkheid in de pulserende wirwar van subjectloze lusten mondt natuurlijk uit in beschouwingen over de dood. In het mooie gedicht Tocht komt magere Hein voor, maakt hij zijn opwachting met een aantal sterke begeleidende metaforen: licht druipt van de struiken. regen is winterzeekoud. een zwaan steekt zijn kop in een gat in het water. Prachtig is ook het In Memoriam voor de eerder in 2018 overleden Menno Wigman, waarvan ik de regel “Scherven voegden zich samen tot een glas in je hand” subliem wil noemen.

Wanneer er met lichamelijkheid wordt geworsteld, dienen wij ons in onze Leitkultur af te vragen: is dit een christelijke bundel? Er komt een kruis-gedicht in voor. Maar dat kruisbeeld draagt ‘een’ Christus, niet de Christus. Het dient vooral als uitkijkpost voor een kraai. Het gaat over een beeldhouwer die alleen in zijn hoofd schept en koolzaadvelden die zo mooi geel zijn dat de zon teleurstelt. Het christelijke verhaal wordt hier ingeruild door een esthetische belofte. Dit komt ook tot uitdrukking in zijn vertaling van Sinnerman. In Thies’ vertaling zoekt de zondaarman een plek om te schuilen, maar vindt deze niet in de bergen of de zee. We zijn allemaal zondaarman, maar de oplossing is niet christelijk. We moeten naar voren blijven vluchten, een uitkijkpost vinden, een kruis desnoods, en daar de troost vinden die dit leven nog te bieden heeft. Bovenop de geschiedenis van de menselijke cultuur klauteren, hoger en hoger, tot de vergezichten geler en stiller worden. Dichter bij de dierlijkheid komen we niet.

****

Na het paringsritueel is een veelzijdige en persoonlijke bundel waarin afscheid en dood (onder andere van de dichters Rogi Wieg en Menno Wigman, en de broer van een goede vriend van de auteur) een centrale rol spelen. Een haat-liefdeverhouding met lichamelijkheid wordt met enkele zeer rake metaforen uitgewerkt. Ik kon niet met alle gedichten ‘iets aanvangen’ zoals men zegt, maar dat hoeft ook niet de bedoeling te zijn. Er zaten genoeg verzen tussen die me kunnen bekoren. Ondanks de laatste zin (spoiler alert) “zijn stem kruipt stukje bij beetje terug” las ik geen morbide dichtbundel, maar een vloeiend en levendig geheel dat slordig met hoop strooit.

In het korte doch krachtige gedicht “Duik” offert iemand zich op voor de muziek, lijkt het.

¹ Een eerdere versie bevatte op deze plek, tot milde beschaming van de auteur, de Freudiaanse spelfout “liDteken”. In deze versie is dat weer verhuld.

Recensie: Na het paringsritueel van Willem Thies werd oorspronkelijk gepubliceerd op komrijm.creativechoice.org

Houd moed!

“Het wezen van de macht, en ik gebruik een groot woord, is angst”.

Dit heeft Trump in een interview met wittehuisjournalist Bob Woodward gezegd. Of ongeveer zo gezegd, in 2016 of daaromtrent. Hier in Seoul zit de koude in de lucht en genieten mijn vrouw en ik van ons knusse huisje. Ik ben vandaag begonnen in Woodwards boek “Fear. Trump in the White House” en voorwaar, ik zeg u: wat een circus. En dan ben ik nog maar bij de beschrijving van de campagne. Hoe Steve Bannon benoemd werd tot ‘CEO’ en Kellyanne Conway tot manager. Hoe Priebus meende dat alles verloren was na Trumps “grab them by the pussy” uitspraak, en hoe Bannon een “metafysische zekerheid van 100%” had dat Trump zou gaan winnen als ze er maar voor zouden zorgden dat de campagne om het afbranden van Hillary zou gaan.

Trump wordt qua obsceniteit naar de kroon gestoken door de kersverse Braziliaanse president Jair Messias Bolsonaro. Want wát een lul is dat mensen. Ik schreef er een kort woedend stuk over op Jalta, na mezelf enigszins geïnformeerd te hebben op de websites van respectabele kranten. Hoe blij ben ik dat we zulke instituties (de New York Times, de Washington Post, de Guardian, de Frankfurter Allgemeine, de Süddeutsche, le monde) nog hebben. Maar hoe lang nog? Wanneer ik de tweets over de Braziliaanse hufter-in-chief lees, zijn de rillingen koud. Het zal zo’n vaart niet lopen en hij meent het niet, van die homo’s en dat doodmartelen enzo. Dat is de stellige (of tenminste: openbare) overtuiging van zijn aanhangers.

Misschien hebben ze gelijk. Maar voor zijn volgers is het wel menens. In een land dat de grootste recessie in de recente geschiedenis doormaakt met torenhoge werkloosheidscijfers en 64 duizend moorden (vergelijk Nederland in 2017: 159; individueel beschreven in de moordatlas), kun je een escalatie verwachten. Alles wijst erop dat er bloed gaat vloeien in Brazilië. Mijn bange verwachting is dat er net zulke gekken als Robert Bowers, die schutter die een bloedbad aanrichtte in Pittsburgh, in Brazilië aan het moorden slaan. En, nog erger, vrees ik dat het Bolsonarobewind het als excuus zal gebruiken om hele favela’s uit te moorden.

De situatie in Brazilië is zorgwekkend en mag niet worden genegeerd.

En net nu ik dit stuk wil plaatsen lees ik over een vliegtuigcrash met 189 doden in Indonesië.

Afbeelding: het grootste standbeeld ter wereld, van Sardar Vallabhbhai Patel in India, twee keer zo hoog als lady liberty.

Houd moed! werd oorspronkelijk gepubliceerd op komrijm.creativechoice.org

prehistorie

Ik loop in een historisch straatje op een eiland in Korea,
waar ooit een beroemde schilder heeft gewoond
Wanneer ik nu iets beleef is het morgen al een oude herinnering
en loop ik overmorgen, als vroeger, in datzelfde straatje
Hoe langer ik leef, hoe sneller alles lang geleden wordt
zo beweeg ik me toe op de stamelende reconstructie
van een prehistorie, die weer los van mij staat

Flattr this!

prehistorie werd oorspronkelijk gepubliceerd op komrijm.creativechoice.org

gedicht over vergankelijkheid ontdekt

Soms kom ik gedichten tegen op het internet die om bekoren zonder dat ik precies begrijp waarom. Onderstaand voorbeeld is van Tomas Lieske, en geroofd van de website gedichten.nl.

Ik vond het mooi en wilde het daarom mijn trouwe blogvolgers niet onthouden.

Oud

als vlinders in hars is mijn schilder
een mummel die niet meer uit zijn kleuren
komt, een slome, uit de rails gelopen.
Een knakker die gebroken, versplinterd,
er aan toe is in de open haard op te gaan.
Een ladder, afgekeurd door de inspectie,
die nu tussen het kleefkruid ligt,
onzichtbaar in de achtertuin. Soms
zitten er kraaien, af en toe vallen rupsen
uit de boom, jong verschrompeld. Ze ploffen
met een droog geluid op de ladder.
Soms valt er warme regen, raakt een drup
de houten schilder, oud als vlinders.

Flattr this!

gedicht over vergankelijkheid ontdekt werd oorspronkelijk gepubliceerd op komrijm.creativechoice.org

Het kwartje is gevallen

Eerlijkheid, beste lezer, duurt het langst. Het zou mij dus moeten sieren wanneer ik toegeef dat het heenscheiden van de paarse premier van alle Nederlanders me de afgelopen dagen niet in droeve nostalgie aan mijn telefoon heeft gekluisterd. Ik herinnerde me de man als minister-president in een tijd dat minister-presidenten nog grijze kerels waren van statuur. Mannen met Lubbers-neuzen en vocal fry, sterk geurende alfamannen, Bismarcks, Churchills. In mijn eindeloze naiëviteit ging ik ervan uit dat politiek en bedrijfsleven geen communicerende vaten waren want dat was toen nog niet op het journaal. Wim was de vakbondsjongen die later gewoon de baas werd van Nederland, de man die er netjes op toezag dat de sociaaldemocratie functioneerde door af te toe de bakens van de WAO te verzetten.

“Dag Wim” hoorde ik mezelf mompelen toen het nieuws op sociale media begon door te sijpelen. Er kwam een grapje langs over een snelweg die moest worden omgenoemd in de “Wim Kok-ring”, dat ik met het droge “het kwartje is gevallen” meende te kunnen overtroeven. Meer heb ik over de PvdA-leider niet te melden. En mijn carrière in de humor? Ik houd het bij losse grappen zonder wisselgeld.

Nadat ik vorige week koortsachtig een dichtbundel afrondde, die ik toen fantastisch, nu wel aardig, en over een maand tenenkrommend vind, ben ik nu verzeild geraakt in rustiger vaarwater. Buiten heerst guur oktoberweer, de hemel is dichtgetrokken boven Seoul en ik kijk binnen films zoals Black Klansman. Het poëtische blijft altijd, en door het spel met de erkenning mee te spelen kan ik het beter relativeren en van mezelf een “authentieke huichelaar” maken die zweert dat het hem op “de poëzie zelf” gaat. In werkelijkheid ontkomen we niet aan de blik, dat wil zeggen het oordeel, van de anderen. De “poëzie zelf” is een troostrijke maar grondeloze illusie, het is de perfectie waarvan Salvador Dalí zei dat we er niet bang van moeten zijn omdat we hem toch nooit bereiken.

Wim Kok als Salvador Dalí. De laatste hoop voor de sociaal-democratie.

Het kwartje is gevallen werd oorspronkelijk gepubliceerd op komrijm.creativechoice.org